Gerard weet eindelijk wie hij wegbracht

De bemanning van de Lancaster met achter Adelstein, Henry, Fiddler en Noble. En voor Preston en Chadwick. Foto collectie PATS
Het was de Wireless Operator Sgt. Albert E. Henry (RAFVR) uit Grimsby, die samen met nog vier bemanningsleden van de Lancaster LM333 boven de Noordoostpolder/Noordwest Overijssel uit het brandende toestel sprong. Uiteindelijk stortte het toestel met nog twee bemanningsleden aan boord bij Bergen (NH) neer.
Henry klopte na de geslaagde landing aan bij onderduikersboerderij ‘de Werf’ van Wicher Huisman, net buiten Blokzijl (Steenwijkerweg 2). Wie dit bemanningslid was heeft de familie nooit geweten, vertelt zijn zoon Gerard. Huisman vertelt dat hij als 16-jarige de Engelsman, na tussenkomst van dierenarts Drijfhout die Engels sprak, per fiets naar het station in Steenwijk had gebracht.
Haasje over
Dat ging overigens haasje over; een kilometer fietsen en dan weer wandelen. Ze zaten nooit samen op een fiets. In Steenwijk stapte hij op de trein naar Eindhoven. Sindsdien heeft de familie niks meer van hem vernomen.
Deventer
Ver is Henry echter niet gekomen, zo blijkt nu. Vermoedelijk is hij al in Wijhe of Olst uit de trein gestapt. Een interview van hem afgenomen op 14 mei 1945 vermeldt namelijk dat hij opgepakt was in Deventer. ‘Op donderdag 26 aug 1943 - 17:00 uur - Albert Edward Henry, geb. 28 mei 1921 Londen, was in een weiland aan de Rembrandtkade (aan de IJssel) aangetroffen.’ De radiotelegrafist was tijdens zijn krijgsgevangenschap ook opgenomen geweest in een hospitaal in Duitsland en overleed 10 november 1945 vermoedelijk aan wat tegenwoordig een PTSS genoemd wordt, gezien de locatie van zijn CWGC oorlogsgraf in Londen.
Teunis Schuurman uit Vollenhove wilde het mysterie van deze vliegenier graag oplossen. ‘Tijdens het doorzoeken van de vele ‘helpers’-vragenlijsten die in die tijd waren ingevuld door de verzetsmensen uit de NOP en NW-Overijssel gaf de lijst van Wicher Huisman, ‘de Werf’, Wijk 5, Blokzijl veel informatie en een textiellabel, maar geen naam’, zegt Schuurman.
Schuurman moest met de gegevens: sept’43, 21 jaar en de plaats Grimsby aan de slag. ‘Dat was een hele klus, want ik kon deze persoon aan geen enkele crash in de omgeving van Blokzijl koppelen.’
Senior WO2-onderzoeker Jan Mennink uit Hoogeveen gaf hem een belangrijke sleutel, namelijk de politierapporten van Bomb Aimer - 1341382 - Sgt. James Noble (RAFVR) en Sgt. John Adelstein (RCAF) van de gecrashte Lancaster bij Bergen. ‘Alles viel toen op z’n plek. Jack Noble was neergekomen nabij het werkkamp Marknesse “Dorp-B” en werd door magazijnmeester Cornelis Lindeloof (Marknesse - Kamer 11) om 07.00 uur bij een aantal arbeiders nabij “Dorp-B” aangetroffen.
Werkkamp Marknesse
Jack had te kennen gegeven zich bij de dichtstbijzijnde politiepost te willen melden. Omdat Lindeloof op weg was naar zijn werk (Centrale Werkplaats Vollenhove) nam hij de militair lopend mee tot en met kavel S-20. Hier liet hij Jack om 08.30 uur achter, onder bewaking van enkele arbeiders, en informeerde Ing. Wim Corstiaensen uit Vollenhove, werkzaam bij Cultuurmaatschappij “De Wieringermeer”.
Om 08.45 uur nam die contact op met Opperwachtmeester Laurens C. Segaar van de post Vollenhove. Jack werd om 09.30 uur opgehaald door genoemde ingenieur en Segaar vanaf kavel S-20 (Voorsterweg 28, Marknesse) en overgedragen aan de Ortskommandantur te Zwolle.’
Royce Fidler
Het ontsnappingsverhaal van Rear Air Gunner - Sgt. Royce Fidler (RAFVR) was bekend, de details richting Meppel niet. De vragenlijsten gerelateerd aan dit gebied leverden nieuwe namen op en ook de route via Kalenberg, Oldemarkt, Belt-Schutsloot naar de ‘groep’ Peter van den Hurk in Meppel. In de tussentijd was mij ook duidelijk geworden dat ‘onze’ man uit Grimsby toebehoorde aan dezelfde crew als Fidler. Op 21 januari 1944 keerde Max Fidler per boot vanuit Tréboul (Bretange) veilig terug in Falmouth (Cornwall).
Navigator - Sgt. Eric Gargini (RAFVR) werd op 26 augustus 1943 in Zwolle opgepakt. Zijn landingslocatie is tot op heden onbekend. Mid Upper Gunner - Sgt. John Adelstein verschuilde zich in een schuur op het erf van veehouder Teunis de Boer aan de Lageweg 94 in Blankenham (Kuinre). Met een gebroken linkerenkel werd hij daar om 05.15 uur ontdekt en ingerekend als krijgsgevangene.
Raadsel
Waarom Pilot - P/O. Francis Albert Preston (RAAF) en Flt. Engineer - Sgt. Harold Chadwick (RAFVR) niet gelijktijdig zijn afgesprongen met de overige vijf bemanningsleden blijft tot nu toe een raadsel. Beiden liggen begraven in Bergen (NH).