Bas is snel, maar er zit nog meer in. Bas Hollegien van AV NOP loopt marathon van Sevilla binnen de 2 uur en 30 minuten. Een nieuw clubrecord.

Bas Hollegien leverde een puike prestatie door de marathon van Sevilla onder de tweeënhalf uur te lopen. De Emmeloorder wil proberen die prestatie nog dit jaar te verbeteren. Foto Zurich Marathon Sevilla
Terugblik marathon
‘Trainen voor een marathon is een intensief traject. Je moet er veel voor doen, veel voor opofferen om goed te presteren. Je wilt zeker weten, dat een wedstrijd doorgaat. In oktober heb ik voor jongens van AV NOP gehaasd op de marathon van Eindhoven, maar ik wilde weer knallen en laten zien dat ik nog niet afgeschreven ben. In Spanje gingen veel wedstrijden door en ik wilde het liefst vroeg in het jaar een marathon lopen. In het najaar train ik heel hard, waardoor ik in januari al klaar ben voor het lopen van een marathon.’
‘Sevilla heeft een internationaal, sterk deelnemersveld. Je loopt dwars door de stad. Een echte, mooie stadsmarathon. Ik was er met Stefan Woudwijk en Tjeerd Popkema. We waren een paar dagen voor de wedstrijddag al in Sevilla en konden zo mooi de stad verkennen. Op vrijdag kon je je startnummer al ophalen, dan zie je ook de andere lopers. De trip er naartoe, de beleving in de stad zelf: alles gaf een ander gevoel dan normaal. De start was om half negen. Het was toen een graad of 12, met een stralende zon. Top. Bij de finish was het rond de 17 graden, iets te warm eigenlijk.’
‘Voor de marathon van Rotterdam, begin april, had ik een tijd in m’n hoofd van rond de 2.22, 2.23. De voorbereiding verliep heel goed, tot vijf weken voor de start in Sevilla. Het was even onzeker of ik Sevilla wel zou halen, omdat ik last kreeg van mijn rechter achillespees. Die was twee keer zo dik als normaal door het vele vocht. Ik kon maar om de dag trainen in plaats van elke dag. Ik wilde er het beste van maken en in Sevilla de barrière van 2.30 aanvallen. Niet teveel willen, niet mezelf voorbij lopen. Normaal loop ik in de voorbereiding 130 kilometer per week, nu was dat zo’n 80 kilometer.’
‘Ik had in de voorgaande maanden al aangetoond: ik kan het. Ik heb alles gegeven. Van mijn blessure had ik niet veel last toen ik eenmaal warm was. Vanaf de 23 kilometer had ik benen alsof ik er al 35 kilometer op had zitten. Mijn benen waren aan gort en dan is 19 kilometer echt heel ver. Het waren de zwaarste kilometers van m’n leven. Als je scheel kijkt van ellende en je moet dan nog de hele afstand van de Fish Potato Run lopen: dat is fysiek en mentaal heel zwaar. Ik heb nu nog spierpijn. Daarom ga ik in Rotterdam hazen voor clubgenoot Vincent Lankhaar. Zo koop ik tijd voor Enschede.’
Vooruitblik seizoen
‘De marathon van Enschede is eind april. Ik heb er vertrouwen in, dat er nog wat tijd van het nieuwe clubrecord af kan. Er zit nog veel rek in. Ik heb duurlopen gedaan op een schema van 2.30 op de marathon en dan kwam ik fris thuis. Voor een marathon moet je veel trainen en dan is het moeilijk om heel te blijven. Ik heb de laatste jaren geleerd het soms wat rustiger aan te doen. Zo heb ik een betere balans gevonden. Ik kan nu structureel meer kilometers aan. Ik wil in Enschede een poging wagen om iets sneller te zijn dan in Sevilla, maar weggaan op een tijd van rond de 2.23 zou zelfmoord zijn.’
‘Een jaar of vier geleden liep ik goed. Werd ik vijfde op de NK cross in Amsterdam en elfde bij Netl. En toen kwam corona. Nu voel ik me weer goed en wil ik van de zomer investeren in het kortere werk, de vijf en tien kilometer. Daarop zijn nog veel stappen te maken. Ik heb de clubrecords op de vijf en tien kilometer in het vizier. En op de 15 kilometer op de weg liggen ook mogelijkheden. Uit de focus op de clubrecords haal ik veel energie. En als ik sneller word, heb ik ook meer basissnelheid. Daarmee kan ik me ook nog verbeteren op de marathon.’
‘Dit najaar wil ik nog een marathon in Nederland lopen, Eindhoven of Amsterdam, allebei in oktober. Misschien dat er dan een tijd van 2.23 in zit, maar ik wil het nog even aankijken. Een marathon is meer dan alleen hardlopen. Je bent vaak weg en je moet goed rekening houden met je voeding, al is het ook hartstikke leuk, hoor. Het is een levensstijl waar je voor kiest. Veel trainen, op tijd drinken en eten en je vet- en koolhydratenverbranding in de gaten houden. Alles moet perfect zijn. Een marathon is een uitputtingsslag, die je gecontroleerd moet lopen. De laatste 12 kilometers tellen dubbel.’
‘Ik weet zeker, dat er nog meer in zit. Ik zeg niet, dat ik alles wel even gemakkelijk loop, maar ik kan beter. Ik heb nu het gevoel, dat ik er nog niet alles uit heb gehaald. Zou zonde zijn als ik dat gevoel ook nog heb als ik stop met hardlopen. Dat wil ik niet.’
Harry de Ridder