Verdachte van overval op Urk moet direct na zitting terug de cel in

De rechtbank in Lelystad.

De rechtbank in Lelystad. Foto: Mediahuis Noord / Egbert Voerman

Een 20-jarige man uit Rotterdam die wordt verdacht het plegen van een woningoverval op Urk, het dealen van harddrugs op Urk en in Noordoostpolder en het in bezit hebben van drugs, moest vrijdag na zijn rechtszaak direct de cel weer in. De officier van justitie had de rechtbank daarom gevraagd, omdat hij meermaals afspraken met de Reclassering niet nakwam en anderhalf uur te laat in de rechtbank verscheen.

‘We hebben de zaak allemaal inhoudelijk voorbereid. Ik ben er klaar voor, de officier is er klaar voor,’ zei de advocaat van de Rotterdammer, die er zichtbaar van baalde dat zijn cliënt zich had verslapen. Dus ging de rechtszaak van start zonder de verdachte.

Harde jongen in de drugswereld

‘Als wordt bewezen wat hem ten laste wordt gelegd, dan is het kennelijk een harde jongen in de drugswereld op Urk’, concludeerde de voorzitter van de rechtbank. Ze vroeg zich hardop af hoe de toekomst er voor zo’n jonge jongen uit moet gaan zien. ‘Zorgwekkend,’ noemde ze het dat de verdachte niet op tijd in de rechtbank verscheen, afspraken niet nakomt en moeite heeft om zijn dagen in te vullen met werk of school. Zo bleek de school waar hij zei te staan ingeschreven, hem niet te kennen.

Toen de verdachte er eindelijk was, gaf hij aan dat hij in september met een opleiding gaat beginnen. Hij moest echter even nadenken toen de rechter hem vroeg hoe die opleiding heette. ‘Iets in de zorg,’ zei hij, omdat zijn zus een uitzendbureau in de zorg heeft en hem aan een baan kan helpen. ‘Het is een snelle opleiding en er zit ook goed geld in, eerlijk gezegd. Het is relaxt werk.’

Alleen samen gebruikt

Geld verdiende hij naar eigen zeggen niet met het dealen van drugs. ‘Ik heb niets verkocht, alleen samen gebruikt’, was zijn verklaring. Omdat hij geen winst pakte, was het volgens hem een vriendendienst en geen verkoop van drugs. Eerder verklaarde hij tegenover de rechtbank ‘dat mensen vonden dat ik beter spul had, daarom kochten ze bij mij,’ maar nu zag hij dat toch anders.

De drugs die in een woning en een schuur in Emmeloord werden gevonden, waar de Rotterdammer op dat moment was, waren volgens hem ook niet van hem. Ook ontkende hij de overval op 21 juni 2020 aan een woning aan Wijk 1 op Urk.

Gelogeerd

De verdachte zei daar wel te zijn geweest om een tas op te halen die hij daar had laten liggen. Hij zei een bekende van de bewoner te zijn en daar een paar dagen eerder te hebben gelogeerd. Hij gaf toe hem een klap te hebben gegeven, omdat hij volgens hem geld en drugs uit de achtergelaten tas had gestolen.

Het slachtoffer zou tot op de dag van vandaag nog wel last hebben van de vermeende overval. Zo zou zijn migraine en clusterhoofdpijn zijn verergerd en is hij zijn bijstandsuitkering kwijtgeraakt. Bovendien zou het hem niet meer lukken om werk te vinden op of rondom Urk, omdat er valse informatie over hem zou zijn verspreid.

Mishandeling

Een overval achtte de openbaar aanklager niet bewezen, wel vond hij dat er sprake is van mishandeling. Hij legde een strafeis van twaalf maanden cel op tafel, omdat volgens hem ook bewezen kan worden dat de verdacht drugs dealde op Urk en in de Noordoostpolder en in het bezit was van drugs. Ook vond hij dat de Rotterdammer direct weer de gevangenis in moest, omdat hij zich meerdere keren niet hield aan de voorwaarden om op vrije voeten te zijn.

De rechtbank ging in deze laatste eis mee, waarna de verdachte door de politie de rechtbank werd uitgeleid. Op vrijdag 31 maart doet de rechtbank uitspraak in de rest van de zaak.